HALFJAARVERSLAG op 30 juni 2012 RECORD TOP PENSION FUND FCP Belgisch gemeenschappelijk beleggingsfonds erkend in het kader van de wettelijke bepalingen inzake derdeleeftijds- of pensioensparen Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van het vereenvoudigd prospectus of het prospectus. RECORD TOP PENSION FUND FCP RECORD TOP PENSION FUND FCP
1. ORGANISATIE VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELEGGINGSFONDS
Maatschappelijke zetel van het beleggingsfonds Record Top Pension Fund
Gemeenschappelijk beleggingsfonds (erkend als pensioenspaarfonds) die, overeenkomstig artikel 43, § 1 van de wet, een beheervennootschap heeft aangesteld
Raad van bestuur van de beheervennootschap
Chief Marketing and Sales Officer ING Investment Management Europe B.V.
Chief Executive Officer (vanaf 1 januari 2012)
Chief Risk Officer ING Investment Management Europe B.V.
Chief Investment Officer ING Investment Management Europe B.V.
Bijlmerdreef 24 - 1102 CT Amsterdam, Nederland
RECORD TOP PENSION FUND FCP
General Manager Retail Banking Risk & Support
Head of Mutual Funds Europe ING Investment Management Europe B.V.
Ernst & Young, Bedrijfsrevisoren, BV CVBA vertegenwoordigd door Christel Weymeersch en Alain
Ernst & Young, Bedrijfsrevisoren, BV CVBA vertegenwoordigd door Christel Weymeersch en Alain
Financiële groep die de instelling voor
Administratief- en boekhoudkundig beheer
RBC Dexia Investor Services Belgium N.V.
RBC Dexia Investor Services Belgium N.V.
RECORD TOP PENSION FUND FCP
2. BEHEERVERSLAG VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELEGGINGSFONDS
2.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds
19 april 1992 Initiële inschrijvingsprijs van de kapitalisatieaandelen in euro: 24,79
2.2. Beursnotering 2.3. Informatie aan de aandeelhouders
Record Top Pension Fund is een gemeenschappelijk beleggingsfonds dat geopteerd heeft voor beleggingen die niet voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 85/611/EEG en dat, wat haar werking en beleggingen betreft, wordt beheerst door de wet van
betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van
2.4. Algemeen overzicht van de markten Economische context Het eerste kwartaal van 2012 startte eerder positief. In de VS ontwikkelen de consumentenbestedingen zich iets beter dan verwacht. In de industrie zagen wij vanaf november een opwaartse trend in de nieuwe orders. Belangrijk was ook dat de particuliere bedrijven bereid waren om hun uitgaven op te schroeven. Dat was het duidelijkst zichtbaar in de positieve ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Gemiddeld werden er in het eerste kwartaal 245.000 nieuwe banen per maand geschapen. De loongroei, die eind van de zomer nog op 3% lag, bedroeg 5 à 6%. Het herstel werd ondersteund door een verbetering in de financiële condities (hogere aandelenmarkten, relatief lage rentes, tekenen van stabilisatie op de huizenmarkt). Gunstig was ook dat het herstel zich leek te verbreden naar de kleine en middelgrote ondernemingen, een segment waarin zich relatief veel bedrijven in de (arbeidsintensieve) dienstverlening bevinden. In de eurozone leek in maart de schatting van de indicator die het gedrag van de inkoopmanagers in de eurozone meet (48,7), erop te wijzen dat er nog geen sprake was van een opwaartse beweging van de activiteit. Zowel de activiteit in de industrie als die in de dienstensectoren wezen op een (overigens milde) krimp. Het tegenvallende cijfer leek mede een gevolg van de slechte weersomstandigheden. De situatie van de wereldeconomie bleef al bij al kwetsbaar. Wij noemden al de nog steeds delicate situatie in de eurozone. Zo kon de structurele problematiek van Griekenland later in het jaar opnieuw in het blikveld van beleggers komen. Ook andere ontwikkelingen, bijvoorbeeld de uitkomst van nationale verkiezingen, zouden voor onrust op de markten kunnen zorgen. Geopolitieke factoren konden eveneens een negatieve invloed op de markten gaan krijgen. Zo liepen de spanningen in het Midden-Oosten (Iran) weer op. Zowel voor de aandelenmarkten als voor de wereldeconomie blijkt niet zozeer het niveau van de olieprijs van belang. Markten kijken primair naar de mate van een olieprijsstijging. In onze ogen bleef de prijsstijging van ruwe olie tot dan beheersbaar. Een escalatie van de spanningen, waardoor wij een olieprijs van $140 of hoger zouden zien, zou de wereldeconomie echter duidelijk negatief beïnvloeden. Tijdens het tweede kwartaal van 2012 lieten de Amerikaanse macro-economische cijfers enige afzwakking zien. In Europa drukten de schuldafbouw door overheden, het negatieve sentiment bij consumenten en bedrijven en het gebrek aan daadkracht van de Europese regeringsleiders ten aanzien van de Europese staatsleningencrisis op de groei. In Japan lijkt de economische groei over het tweede kwartaal boven de gemiddelde groei over de lange termijn te komen dankzij een herstel van het vertrouwen en de uitgaven van de gezinnen. Het groeitempo in de opkomende wereld liep terug, maar de groei bevond zich nog altijd op een gezond niveau. Al met al denken wij dat de groei in het tweede kwartaal een bodem gevonden heeft. RECORD TOP PENSION FUND FCP
Monetair beleid In het eerste kwartaal van 2012 liet de Federal Reserve het monetaire beleid onveranderd. De ECB was echter actiever. Nadat ze de banken in december al de gelegenheid had gegeven onbeperkt bij haar geld te lenen (looptijd faciliteit drie jaar), kregen banken eind februari hiertoe een nieuwe gelegenheid. Banken maakten van beide mogelijkheden gretig gebruik, eind februari voor euro 529 miljard (door 800 banken). In december 2011 werd door 523 banken een totaal bedrag van euro 489 miljard opgenomen. De forse liquiditeitssteun aan de banken door de ECB kon als bijzonder effectief worden beschouwd. Wij verwachtten toen geen uitbreiding van deze onconventionele politiek. Ook dachten wij dat de centrale bank het officiële rentetarief (1%) voorlopig niet verder zou verlagen. Intussen bevestigden leden van het besluitvormingsorgaan van de ECB dat de centrale bank nadacht over een terugbrengen van de genomen onorthodoxe maatregelen. Wat de uitbreiding van het liquiditeitsprogramma en eventuele andere onorthodoxe maatregelen betreft, merkten wij het volgende op. Mocht de crisissfeer opnieuw oplaaien, dan verwachtten wij dat Mario Draghi, de voorzitter van de centrale bank, niet zou aarzelen om met daadkrachtige maatregelen te reageren. In het tweede kwartaal van 2012 verlengde de Federal Reserve de ’Operatie Twist’. Ze bevestigde hiermee dat ze de economie zo nodig een verdere impuls zal geven. Na de twee faciliteiten voor banken om onbeperkt geld bij haar te lenen (december 2011, februari 2012) nam de ECB van haar kant een afwachtende houding aan. Mario Draghi wil immers voorkomen dat banken en overheden voor hun financiering te afhankelijk worden van maatregelen van de centrale bank. De Bank van Japan handhaafde haar ruime monetaire beleid, terwijl de centrale bank van China het officiële rentetarief voor de eerste keer sinds 2008 verlaagde. Obligatiemarkten Tijdens het eerste kwartaal van 2012 bleven de rentes van tienjarige staatsleningen van Duitsland binnen een beperkte bandbreedte en in de buurt van historisch lage niveaus schommelen wegens de povere economische prestaties van de eurozone. Weliswaar ontwikkelden de economische indicatoren in de eurozone zich beter dan in het vierde kwartaal van 2011 werd gevreesd, maar van een herstel was nog geen sprake. De rentes in de perifere landen van de eurozone liepen fors terug. Dat was vooral te danken aan de forse liquiditeitssteun die de ECB aan de banken gaf. Banken in bijvoorbeeld Spanje en Italië gebruikten de verkregen middelen onder meer voor het kopen van staatsleningen van hun eigen land. In de VS droegen de opwaartse trend in de economische cijfers en de positievere uitlatingen van de Federal Reserve ertoe bij dat de tienjaarsrentes van Amerikaanse staatsleningen in maart boven de beperkte bandbreedte stegen. Later in de maand liepen de rentes weer iets terug. De Japanse tienjaarsrentes bleven rond 1% schommelen. De risicovollere obligatiesegmenten deden het uitstekend dankzij de grote risicohonger van de beleggers. In het tweede kwartaal van 2012 vluchtten beleggers massaal in ’veilige’, liquide staatsleningen. Een en ander droeg eraan bij dat de rentes op Duitse staatsleningen begin juni kortstondig onder 1,2% kwamen. De aandacht van beleggers ging vooral uit naar Spanje en Italië. Beide obligatiemarkten profiteerden van de massale liquiditeitssteun die de ECB in december 2011 en in februari 2012 aan de banken aanbood. De Italiaanse obligatiemarkt had hiervan ook in het tweede kwartaal nog profijt. Terwijl de Italiaanse lange rentes in het najaar 2011 op circa 7% stonden, bedroeg het renteniveau eind juni circa 6%. Daarbij speelt mee dat de technocratische regering onder minister president Monti een aantal maatregelen nam om het vertrouwen van beleggers in zijn land te herstellen. De Spaanse obligatiemarkt profiteerde slechts korte tijd van de liquiditeitssteun van de ECB aan de banken. De rente die Spanje moet betalen voor tienjarig papier lag bijvoorbeeld in juni weer boven 7%. Na de Europese Top daalde de rente op tienjarig papier echter tot 6,3% (29/6). Spanje heeft vooral grote problemen in de bankensector en de vastgoedsector, terwijl meer dan 20% van de beroepsbevolking werkloos is. De toezegging tijdens de Europese Top om Spaanse banken via het EFSF / ESM direct te steunen (en niet indirect via de overheid, wat de overheidsschuld zou verhogen), is goed nieuws voor Spanje. Risicoaversie, tegenvallend economisch nieuws en hoop op nieuwe acties van de Federal Reserve (kwantitatieve verruiming 3) droegen bij aan de daling van de rentes op tienjarige staatsleningen. In deze context van wereldwijde risicoaversie daalden de Japanse tienjaarsrentes tot 0,8%. Aandelenmarkten In het eerste kwartaal van 2012 slaagden wereldwijde aandelenmarkten erin de opwaartse koerstrend, die zich al in het vierde kwartaal van vorig jaar manifesteerde, voort te zetten. De belangrijkste motoren achter de positieve marktstemming waren de enorme toevloed aan liquiditeit door de centrale banken en een verbetering van het wereldwijde economische momentum. Tevens speelde mee dat beleggers hun (lage) aandelenwegingen RECORD TOP PENSION FUND FCP
ophoogden. Wereldwijde aandelen stegen bijna 9%. De tweede belangrijke reden voor de goede stemming was het voorzichtige herstel van de wereldeconomie. Na een dip in het vierde kwartaal lieten veel economische indicatoren een verbetering zien. Deze was het duidelijkst in de VS, waar met name de arbeidsmarkt goed herstelde. In de eurozone waren de tekenen van herstel veel zwakker, waarbij Duitsland er in positieve zin bovenuit stak. Veel Aziatische economieën kampten met een tegenvallende exportgroei. Ten slotte speelde ook de positionering van beleggers een rol in de rally. Met name institutionele beleggers waren eind 2011 behoorlijk defensief gepositioneerd, vooral door de onrust die de eurocrisis met zich meebracht. In de loop van het eerste kwartaal toonden zij zich bereid om hun defensieve stellingen gedeeltelijk te verlaten. Na een sterk eerste kwartaal bekoelde de stemming op de aandelenmarkten aan het begin van het tweede kwartaal van 2012. De risicobereidheid bij beleggers nam sterk af, waarvan vooral staatsleningen profiteerden en risicovollere beleggingen zoals aandelen last hadden. Doordat de euro met 4,7% daalde ten opzichte van de dollar, bleven de verliezen in euro’s gemeten gering voor de globale beleggers van de eurozone. Wereldwijde aandelen daalden met 0,4% (in euro). De steun die de wereldwijde aandelenmarkten in het eerste kwartaal kregen, viel het tweede kwartaal weg. Na een aantal maanden van relatieve rust, mede dankzij twee grote liquiditeitsinjecties aan de banken van de kant van de ECB, laaide in april de eurocrisis weer op. Zorgen over de schuldproblemen van de overheid en bankensector in Spanje, evenals onzekerheid over de verkiezingsuitslag in Griekenland, zorgden voor veel onrust. Daarnaast was het wegebben van de liquiditeitssteun een nadelige factor voor de markten. Markten hadden in de voorgaande maanden geprofiteerd van de grote hoeveelheden liquiditeit die de centrale banken in het financiële systeem hadden gepompt. Tot slot vielen meer en meer economische cijfers tegen. De opgaande trend in de positieve economische verrassingen kwam ten einde en daalde vervolgens sterk. Vooruitzichten De wereldeconomie staat op een cruciale tweesprong. De ene weg vertegenwoordigt de negatieve staat waarin de wereld verkeert, waarbij een ergere schok in de EMU genoeg is om een ernstige wereldwijde groeivertraging te bewerkstelligen. Het is zeer moeilijk om te zeggen of we ons al op dat pad bevinden. We weten dat cyclische keerpunten het resultaat zijn van de wisselwerkingen tussen de schokken, de omvang van de macro-economische onevenwichten en de reactie van de overheid. Omdat we in ongekend territorium zitten wat de onevenwichten betreft en omdat de maatregelen van de overheid door reële of ingebeelde grenzen beperkt worden, is het onmogelijk te zeggen of de huidige schok de balans zal doen doorslaan in de richting van een groeivertraging. De andere weg vertegenwoordigt een staat van de wereld waarbij de wereldwijde groei in het tweede kwartaal van 2012 nog enigszins achterblijft maar zich in de tweede helft van 2012 geleidelijk herstelt. Dit is het gevolg van de afnemende stimulans die de wereldwijde industriële productie ondervond van de Thaise overstromingen en de stabiele onderliggende groei van de eindvraag. Voor dit laatste punt is de belangrijkste ondersteunende factor ongetwijfeld de afnemende wereldwijde inflatie, wat een flinke boost moet geven aan de groei van de reële lonen en winstinkomsten. Ondanks de enorme onzekerheid zijn er twee belangrijke constateringen. De EMU-crisis is overduidelijk negatief voor de financiële voorwaarden en het vertrouwen in andere delen van de wereld. De kans op een wereldwijde groeivertraging neemt toe, naarmate die onzekerheid langer aanhoudt. Een (tijdelijke) vermindering van deze onzekerheid door Europese crisismaatregelen, in combinatie met een wereldwijde beleidsversoepeling en een afnemende inflatie, bieden de mogelijkheid voor een groeiversnelling later dit jaar. Vermeldenswaardig voor het tweede punt is dat de kaarten er nu beter uitzien dan vorig jaar. In het tweede kwartaal van 2011 was de wereldwijde inflatie opwaarts gericht, terwijl de centrale banken van talrijke opkomende landen hun monetaire beleid aan het verstrakken waren. Deze keer is de toestand bijna omgekeerd: de dalende inflatie laat speelruimte om het beleid te versoepelen. Ons uitgangspunt blijft dat we uiteindelijk de positieve weg naar wereldwijde groei zullen inslaan, zij het misschien na een wat langer dan verwachte dip. Ons vertrouwen in deze uitkomst is in de afgelopen maanden echter duidelijk afgenomen. RECORD TOP PENSION FUND FCP
2.5. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid
De doelstelling van het fonds bestaat erin, aan de houders van deelbewijzen de hoogste waardevermeerdering van het belegde kapitaal aan te bieden en ze tegelijkertijd te laten profiteren van een ruime risicospreiding. In dit fonds is maximaal 20% belegd in activa in vreemde munten, maximaal 75% in obligaties en andere schuldbewijzen, maximaal 75% in aandelen en maximaal 10% in contanten.
2.6. Index en benchmark 2.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid
De twee programma’s voor de herfinanciering van de financiële instellingen over een horizon van drie jaar die de Centrale Europese Bank doorvoerde, zetten de meeste beleggers ertoe aan om meer risico’s te nemen, wat dus het hele eerste kwartaal 2012 in het voordeel van de beurzen speelde. De stijging van de aandelen was ook te danken aan de gunstige economische indicatoren uit de Verenigde Staten en een nieuwe verlaging van de verplichte bankreserves door de Chinese Centrale Bank. Maar die opwaartse trend is eind maart gekeerd, de trigger was de aankondiging van een hoger dan verwacht begrotingstekort in Spanje. Dat wakkerde uiteraard de vrees voor de staatsschuldencrisis in de eurozone aan, waarbij een Griekse exit uit de eurozone met de dag waarschijnlijker leek. Zo bleef de neerwaartse beweging van de aandelenmarkten aanhouden in mei, toen de gevoelige vertraging van de Chinese economie en de ongunstige economische gegevens uit de Verenigde Staten het gevoel van onzekerheid over de wereldwijde economische groei nog versterkten. In juni zijn de beurzen dan weer opgeveerd omdat de beleggers rekenden op de invoering van nieuwe monetaire stimulusprogramma’s zowat overal ter wereld. De opleving was bijzonder sterk op de laatste beursdag van juni, dankzij de resultaten van de Europese top van 27 en 28 juni. Deze top vormt immers een belangrijke stap in de oplossing van de staatsschuldencrisis in de eurozone omdat een geloofwaardige en voor alle partijen aanvaardbare uitkomst voor de herkapitalisatie van het banksysteem in de eurozone wordt aangereikt. Binnen het fonds hebben we zo goed mogelijk gebruikgemaakt van de opportuniteiten als gevolg van de wisselende periodes van risicoappetijt en risicoafkeer. Zo kochten we een eerste maal aandelen in januari en een tweede maal begin maart, toen het privégedeelte voor de herschikking van de Griekse schuld was afgerond. Vervolgens bouwden we in april de aandelencomponent af en opteerden we voor een defensievere positie. In de praktijk betekende dat een kleinere blootstelling aan Spanje ten voordele van Engeland en minder gewicht voor de financiële en cyclische waarden. Ten slotte hebben we begin juni opnieuw aandelen gekocht, waarbij we onze onderweging in Spanje afbouwden. Bij die aankoopverrichtingen legden we vooral de nadruk op de financiële en geïntegreerde oliewaarden, maar kochten we ook een selectie aandelen uit de industrie- en materialensector. De obligatieportefeuille blijft grotendeels belegd in landen van de eurozone met een AAA-rating. In de loop van mei kochten we Italiaanse en Nederlandse staatsobligaties. In juni verkochten we bovendien posities in Bunds, omdat de mutualisering van de risico’s met de dag groter werd. Op 30 juni 2012 bedroeg de obligatieduration van de portefeuille 6,30 jaar. Op 30 juni 2012 bedraagt de aandelencomponent 59% tegenover 52% op 31 december 2011. Belgische aandelen maken 4% uit van de portefeuille, tegenover 3% eind december 2011. De obligaties zijn goed voor 35% van de totale activa, tegenover 39% eind 2011. Voor het overige zijn er 6% liquiditeiten, tegenover 9% eind december 2011.
RECORD TOP PENSION FUND FCP
Analyse Compliance van het gemeenschappelijk beleggingsfonds Record Top Pension fund Overtreding limieten (wettelijke of prospectus) Definities: zie Toelichting bij de financiële staten - Informatie 3 Details: - 2 passieve overtredingen
2.8. Toekomstig beleid
Tal van onzekerheden zullen de komende maanden op het verloop van de financiële markten wegen. De problematiek rond de staatsschuld in de eurozone (en vooral in Spanje), de gevoelige vertraging van de Chinese economische groei en het broze Amerikaanse economische herstel zijn daarbij ongetwijfeld de belangrijkste risicofactoren. Maar de centrale banken zijn voor het ogenblik wel erg waakzaam en gaven aan dat ze bereid zijn om nieuwe niet-conventionele monetaire stimulusmaatregelen te nemen mocht de economische of financiële toestand de komende maanden nog verder verslechteren. In de aanloop van de Griekse verkiezingen van 17 juni lieten verschillende centrale banken duidelijk verstaan dat ze bereid waren om zo nodig gezamenlijk in te grijpen. Ten slotte heeft de Europese top van 27 en 28 juni aangetoond dat de Europese Unie in staat is om te handelen, waarmee de deur naar een echte Europese bankunie is geopend. De weg naar een definitieve oplossing van de staatsschuldencrisis in de eurozone blijft wel bezaaid met hindernissen. We mogen in de toekomst dan ook weer wisselende periodes van risicoappetijt en risicoafkeer verwachten. Dat soms ietwat extreme gedrag van de beleggers zal opportuniteiten bieden, waarmee wij dan ons voordeel kunnen doen, maar wel trouw blijven aan onze beleggingsdiscipline.
2.9. Risicoklasse De synthetische risico-indicator geeft een aanduiding van het risico dat is verbonden aan de belegging in een instelling voor collectieve belegging of een compartiment. Die aanduiding geeft een risico aan op een schaal tussen nul (kleinste risico) et zes (grootste risico). Dit compartiment behoort tot klasse 2.
RECORD TOP PENSION FUND FCP
3. BALANS
30/06/2012 30/06/2011 TOTAAL NETTO ACTIEF 153 612 575,98 151 844 334,93 Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële 143 530 459,38 139 193 602,66 derivaten
Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen
ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar -1 387 549,52 209 948,21 Deposito’s en liquide middelen 10 622 854,28 11 361 754,29 Overlopende rekeningen 846 811,84 1 079 029,77 TOTAAL EIGEN VERMOGEN 153 612 575,98 151 844 334,93 Kapitaal 152 273 231,13 151 163 941,14 Deelneming in het resultaat 30 691,93 30 851,27 Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 1 308 652,92 649 542,52 RECORD TOP PENSION FUND FCP
4. RESULTATENREKENING 30/06/2012 30/06/2011 Waardeverminderingen, minderwaarden en -782 936,60 -1 082 073,58 meerwaarden
Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen
ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming
Andere wisselposities en –verrichtingen
Opbrengsten en kosten van de beleggingen 3 262 959,60 2 865 866,67 opbrengsten Exploitatiekosten
Verhandelings- en leveringskosten betreffende
Administratief- en boekhoudkundig beheer
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) 2 091 589,52 1 731 616,10 Subtotaal II + III + IV Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór 1 308 652,92 649 542,52 belasting op het resultaat Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 1 308 652,92 649 542,52 RECORD TOP PENSION FUND FCP
5. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS
5.1. Samenvatting van de regels Algemeen Elke dag dat er een inschrijving of een terugkoop van deelbewijzen plaatsvindt, wordt de waarde van de activa berekend en een permanente inventaris van het geheel van activa, rechten, lopende transacties, obligaties en schulden opgesteld. Oprichtingskosten De oprichtingskosten worden lineair afgeschreven in jaarlijkse schijven van minstens vijfentwintig procent van de reëel uitgegeven bedragen. Effecten, verhandelbare effecten en andere financiële instrumenten • Waardering van de effectenportefeuille De waarden die zijn opgenomen op een officiële koerslijst of op een andere gereglementeerde markt worden gewaardeerd tegen de slotkoers van de laatste handelsdag van de betrokken markt. Als deze waarden op diverse markten verhandeld worden, geschiedt de waardering op basis van de slotkoers op de belangrijkste markt van deze waarden. Voor vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat die functioneert door toedoen van derde financiële instellingen die een doorlopende notering waarborgen van bied- en laatkoersen, wordt de op die markt gevormde actuele biedkoers in aanmerking genomen voor de waardering van de activa en de actuele laatkoers voor de waardering van de passiva. De waarden die niet genoteerd of niet verhandeld worden op een beurs of op een andere gereglementeerde markt en de waarden die genoteerd of verhandeld worden op een dergelijke markt, maar waarvan de laatste koers niet representatief is, worden gewaardeerd op basis van een “fair value”-methode waarbij gebruikt wordt gemaakt van alle beschikbare marktgegevens. • Vastrentende effecten De vastrentende effecten worden in de boekhouding opgenomen volgens de FIFO-methode (First In First Out) en worden onderworpen aan een waardering die rekening houdt met de problematiek van het actuarieel rendement. De niet-gerealiseerde meer- of minderwaarde wordt dus opgesplitst in een “rentecomponent” en een “marktcomponent”. • Geldmarktinstrumenten Geldmarktinstrumenten op (zeer) korte termijn (schatkistcertificaten) worden in de boekhouding opgenomen tegen hun aankoopwaarde. • Aankopen en verkopen van effecten Aankopen en verkopen van effecten worden in de boekhouding opgenomen tegen hun aankoopwaarde. Bijkomende kosten worden rechtstreeks in de resultatenrekening opgenomen. Liquiditeiten en schatkistbeleggingen De banktegoeden op zicht worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde. Schatkistbeleggingen op termijn worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde als ze een belangrijk onderdeel vormen van het beleggingsbeleid. Is dat niet het geval, dan worden ze gewaardeerd tegen hun nominale waarde. De overlopende, nog niet vervallen rente wordt apart opgenomen in de rubriek “VI. Overlopende rekeningen - B. Verworven opbrengsten” (balans). Overlopende rekeningen Hiermee worden bedoeld de opbrengsten en de lasten of delen daarvan die bestemd zijn voor het lopende boekjaar of het volgende boekjaar. De gelopen interesten en de kosten worden berekend tot op de datum van het order, de handelsdag voorafgaand aan de berekeningsdatum van de waarde van de activa. Omzetting van buitenlandse deviezen De financiële staten worden opgemaakt in de referentiemunt van elk compartiment. De banktegoeden, de overige netto-activa alsmede de waarderingswaarde van de effecten in portefeuille, uitgedrukt in andere deviezen dan de referentiemunt van het compartiment, worden in deze munt omgezet tegen het gemiddelde van de representatieve bied- en laatkoersen op de contantmarkt en zowel de negatieve als de positieve verschillen die volgen uit de omzetting worden in de resultatenrekening opgenomen.
RECORD TOP PENSION FUND FCP
5.2. Wisselkoersen 30/06/2012 30/06/2011 RECORD TOP PENSION FUND FCP
6. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
6.1. Samenstelling van de activa op 30/06/2012 Hoeveelheid of Evaluatie nominale (in de valuta van Benaming waarde per 30/06/2012 compartiment) Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten Obligaties en andere schuldinstrumenten Obligaties aan een officiële beurs genoteerde effecten Uitgegeven door een internationale instelling EUR IBRD 3.88% 09-20.5.19 Totaal EUR 1 152 600,00 0,80% 0,75% Totaal Uitgegeven door een internationale instelling 1 152 600,00 0,80% 0,75% Uitgegeven door een staat EUR AUSTRIA 3.4% 09-20.10.14 RECORD TOP PENSION FUND FCP Hoeveelheid of Evaluatie nominale (in de valuta van Benaming waarde per 30/06/2012 compartiment) Totaal EUR 51 880 824,68 36,15% 33,77% Totaal Uitgegeven door een staat 51 880 824,68 36,15% 33,77% Totaal aan een officiële beurs genoteerde effecten 53 033 424,68 36,95% 34,52% Totaal Obligaties 53 033 424,68 36,95% 34,52% Totaal Obligaties en andere schuldinstrumenten 53 033 424,68 36,95% 34,52% Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren Aandelen aan een officiële beurs genoteerde effecten België Totaal België 5 914 460,00 4,12% 3,85% Zwitserland Totaal Zwitserland 1 664 646,58 1,16% 1,08% Duitsland RECORD TOP PENSION FUND FCP Hoeveelheid of Evaluatie nominale (in de valuta van Benaming waarde per 30/06/2012 compartiment) Totaal Duitsland 18 332 640,00 12,77% 11,93% Spanje Totaal Spanje 5 734 995,00 4,00% 3,73% Finland Totaal Finland 280 800,00 0,20% 0,18% Frankrijk Totaal Frankrijk 23 790 558,59 16,58% 15,49% Groot-Brittannië Totaal Groot-Brittannië 4 918 664,56 3,43% 3,20% Griekenland RECORD TOP PENSION FUND FCP Hoeveelheid of Evaluatie nominale (in de valuta van Benaming waarde per 30/06/2012 compartiment) Totaal Griekenland 111 230,40 0,08% 0,07% Ierland Totaal Ierland 226 650,00 0,16% 0,15% Italië Totaal Italië 6 533 361,00 4,55% 4,25% Japan Totaal Japan 2 847 947,32 1,98% 1,85% Luxemburg Totaal Luxemburg 860 750,00 0,60% 0,56% Nederland Totaal Nederland 7 021 797,09 4,89% 4,57% Portugal Totaal Portugal 415 070,00 0,29% 0,27% Verenigde Staten RECORD TOP PENSION FUND FCP Hoeveelheid of Evaluatie nominale (in de valuta van Benaming waarde per 30/06/2012 compartiment) Totaal Verenigde Staten 11 574 004,16 8,06% 7,53% Totaal aan een officiële beurs genoteerde effecten 90 227 574,70 62,86% 58,74% Totaal Aandelen 90 227 574,70 62,86% 58,74% ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming aan een officiële beurs genoteerde effecten DIRECTIVE 85/611CEE – FSMA Vastgoed BEFIMMO SCA SICAFI Totaal Vastgoed 269 460,00 0,19% 0,18% Totaal DIRECTIVE 85/611CEE – FSMA 269 460,00 0,19% 0,18% Totaal aan een officiële beurs genoteerde effecten 269 460,00 0,19% 0,18% Totaal ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming 269 460,00 0,19% 0,18% Totaal Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten 143 530 459,38 Deposito’s en liquide middelen Banktegoeden op zicht Totaal Banktegoeden op zicht 10 622 854,28 6,92% Totaal Deposito’s en liquide middelen 10 622 854,28 Overige vorderingen en schulden -1 387 549,52 846 811,84 Totaal van het netto-actief 153 612 575,98 RECORD TOP PENSION FUND FCP
Verdeling van de activa (in % van de effectenportefeuille)
Economische spreiding van de effectenportefeuille op 30 juni 2012
Geneesmiddelen, cosmetica & medische producten
Financiële vennootschappen, beleggings- en diverse
Totaal portefeuille: RECORD TOP PENSION FUND FCP 6.2. Wijziging in de samenstelling van de activa van het compartiment (in EUR) Semester 127 312 968,22 127 312 968,22 11 585 336,85 11 585 336,85
Maandelijks gemiddelde van de totale activa
75,47% 75,47% Semester 127 312 968,22 127 312 968,22 11 585 336,85 11 585 336,85
Verbeterde maandelijks gemiddelde van de totale activa
Gecorrigeerde omloopsnelheid 80,85% 80,85% Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis worden geraadpleegd bij ING Investment Management Belgium N.V. - Beheervennootschap - met zetel Marnixlaan 24, te 1000 Brussel. RECORD TOP PENSION FUND FCP
6.3. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde Evolutie van het aantal aandelen in omloop 30/06/2012
Periode Inschrijvingen Terugbetalingen Einde periode Kapitalisatie Uitkering Kapitalisatie Uitkering Kapitalisatie Uitkering Bedragen betaald en ontvangen door de ICB
(in de valuta van het gemeenschappelijk beleggingsfonds)
Inschrijvingen Terugbetalingen Kapitalisatie Uitkering Kapitalisatie Uitkering Netto-inventariswaarde einde periode
(in de valuta van het gemeenschappelijk beleggingsfonds)
van de ICB per aandeel Kapitalisatie Uitkering RECORD TOP PENSION FUND FCP 6.4. Rendementen Sinds het einde van de eerste inschrijvingsperiode Jaarlijks rendementen van de laatste 10 jaren op 30/06/12
Record Top Pension Fund - Kapitalisatieaandelen (EUR)
Het gaat om de evolutie van de netto-inventariswaarde op jaarbasis en exclusief kosten (instapkosten en uitstapkosten) rekening houdend met de herbelegging van de bruto-coupons. De returns uit het verrleden vormen geen enkele garantie voor de toekomstige returns en houden geen rekening met eventuele fusies. 6.5. Kosten
Het geheel van de totale-kostenpercentage (TKP) bedraagt 1,35% op 30 juni 2012 op jaarlijkse basis; TKP betreft alle kosten met uitzondering van de transactiekosten en de interesten op leningen opgenomen in de respectivelijke rubrieken IV. A en B van de resultatenrekeningen.
RECORD TOP PENSION FUND FCP
6.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens Toelichting 1 De balansposten “IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar – A. Vorderingen – a. Te ontvangen bedragen en B. Schulden – a. Te betalen bedragen” vertegenwoordigen hoofdzakelijk transacties over de effectenportefeuille in fase van liquidatie. Toelichting 2
De post van de resultatenrekening "I. Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden - A. Obligaties en andere schuldinstrumenten - a. Obligaties" vertegenwoordigt een netto meerwaarde dankzij de verbetering van de waarderingen, een gevolg van de rentedaling. Toelichting 3
De post van de resultatenrekening "I. Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden - C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren - a. Aandelen" vertegenwoordigt een belangrijke netto minderwaarde overeenstemmend met de achteruitgang van de beursnoteringen maar is ook gecompenseerd in grote mate door het herstel van het obligatiegedeelte van de portefeuille. Toelichting 4
De post van de resultatenrekening “IV. Exploitatiekosten – A. Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen” zijn gevoelig gestegen tegenover 2011, tengevolge een verhoging van de rotatie van de aandelenportefeuille. Toelichting 5 De post van de resultatenrekening “IV. Exploitatiekosten – K. Andere kosten” vertegenwoordigt hoofdzakelijk de bijdragen tot de werkingskosten van het FSMA; de kost is gebaseerd op het netto actief en de inschrijvingen op 31 december en kan schommelen in functie van de terugbetaling volgens het berekend definitieve budget van het FSMA. Informatie 1 - Statuten en beheersreglement
Artikel 47, derde lid van de wet van 20/07/2004: Beveks: de officiële tekst van de statuten is neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel. GBF’s: de officiële tekst van het beheersreglement is neergelegd bij het FSMA. Informatie 2 - Defence Policy
Artikel 76, § 1 van de wet van 20/07/2004: De Vennootschap past de "Defence Policy" van ING Groep toe en zal niet investeren in ondernemingen die rechtstreeks betrokken zijn bij de productie, het onderhoud en/of de handel in controversiële wapens (antipersoonslandmijnen, clusterbommen, munitie met verarmd uranium, biologische, chemische of nucleaire wapens, .). De "Defence Policy" kan Informatie 3: Passieve overtreding: als gevolg van een marktevolutie Actieve overtreding: als gevolg van een beheersdaad door de beheerder Actieve overtreding als passief geclassificeerd: sommige actieve overtredingen mogen, op basis van technische aspecten en / of specifieke en toevallige gebeurtenissen, uitzonderlijk als passief geclassificeerd worden. Elk geval is heel nauwkeurig geanalyseerd en gedocumenteerd. Overtreding met een te verwaarlozen impact: als de impact lager is dan 125 Eur en lager dan 0,1 basispunt van het netto-actief zal geenenkele tussenkomst gebeuren en zal geen commentaar worden vermeld. RECORD TOP PENSION FUND FCP
Informatie 4: De Beheervennootschap heeft een beperkt aantal deelnemingsrechten van het fonds in portefeuille teneinde een rechtsgeldige algemene vergadering van aandeelhouders te kunnen houden in geval geen enkele aandeelhouder zijn deelnemingsrechten heeft geblokkeerd binnen de vooropgestelde termijn van het oproepingsbericht. In dergelijk geval oefent de Beheervennootschap haar stemrechten verbonden aan de deelnemingsrechten uit over de agendapunten tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders. Hierbij wordt nagestreefd om de belangen van het fonds en de aandeelhouders te behartigen. Tot op heden werden de agendapunten van de betrokken algemene vergaderingen in dergelijk geval door de Beheervennootschap goedgekeurd. Verantwoordelijke uitgever Paul Van Eynde Marnixlaan 24 – 1000 Brussel
POB 2663, Station Main, Vancouver, BC, V6B 3W3 • [email protected] • www.arcc-cdac.ca Position Paper # 28 Medication Abortion Medication abortion offers an alternative to surgical abortion for women in the early stages of pregnancy. In Canada, a woman can have a medication abortion up to 7 weeks from her last menstrual period (LMP), using a combination of methotrexate and misopr
Titel: Lecturer on Law at the Harvard Law School Position\Institut\Universität\Ort und Land Lecturer on law, Harvard Law School (Harvard Negotiation and Mediation Clinical Program) Adjunct Professor of Law at the Georgetown University Law Center. Kurzvorstellung und wirtschaftsethischer Bezug Florrie Darwin absolvierte ihr Studium mit Auszeichnung an der Columbia University in New York und